Een afscheid per salonboot naar Zorgvlied
Op een grijze beladen dag verzamelde zich een gezelschap aan de oevers van de Amstel. Ze waren daar voor een laatste eerbetoon aan een grootse roeisloepenbouwer wiens leven en werk onlosmakelijk verbonden waren met de wateren die hij zo liefhad.
Het stille water weerspiegelde de zware wolken toen de salonboot, subtiel bedrukt met bloemen en linten, zich klaarmaakte om de geliefde vakman naar zijn laatste rustplaats te brengen. Aan boord heerste een stilte, onderbroken door zachte instructies van kapitein en bemanning terwijl de genodigden aan boord stapten.
De motor gromde zacht toen de boot zich van de kade losmaakte. Achter de salonboot vormde zich een indrukwekkende armada van roeisloepen, elk bemand door roeiers die een persoonlijke connectie hadden met de overledene. Zijn eigenhandig gebouwde sloepen, die talloze wedstrijden en zonnige dagen op het water hadden meegemaakt, leken nu over het wateroppervlak te glijden.
Terwijl de salonboot langzaam noordwaarts de stroom van de Amstel opvolgde richting Zorgvlied, spraken familieleden en naasten, afgewisseld met momenten van meditatieve stiltes. Gedichten werden voorgedragen, herinneringen gedeeld; de momenten van samenzijn voor, tijdens, en na de vele races en regatta’s brachten nu een lach en een traan. Het respect en de affectie van de roeigemeenschap was bijna tastbaar in de lucht.
Bij de aanmeerplaats van Zorgvlied wachtte de dragers. De stoet roeisloepen legde aan, de roeiers stapten uit met eenzelfde gravitas als waarmee ze hadden geroeid, en vormden een haag ter ere van hun overleden kameraad. De kist werd van de salonboot getild en in stilte over het waterpad naar de laatste rustplek begeleid, met de salonboot en sloepen als stille wachters op de achtergrond.
Nadat de plechtigheden op Zorgvlied hadden plaatsgevonden, keerde de serene rust terug op de terugweg naar het stadsleven, waar de salonboot en haar gevolg van sloepen weer werden opgenomen door het dagelijkse verkeer op het water. Maar voor diegenen die getuige waren geweest van deze laatste vaart, zou deze dag in het geheugen gegrift staan als een diep ontroerend markeringspunt van leven, dood en de onverbrekelijke band met de rivier.
In de dagen die volgden, zouden de echo’s van het roeidiepe respect nog lang over het water van de Amstel hoorbaar sein. De roeisloepenbouwer was niet meer, maar zijn nalatenschap zou blijven voortleven in elke slag van de peddel en in elk handgecroefde schip dat zijn naam droeg.